Koefnoenhumor en gangsta-rap met duo Monica Da Silva Trio

Een Ivo Niehe look-a-like geprojecteerd op een scherm vertelt het publiek dat Monica Da Silva haar gelijknamige trio heeft verlaten. Haar begeleiders Tim Kamps en Arjen Lubach gaan verder als duo. Hun samenwerking lijkt gedoemd tot mislukken. In een voorstelling met onder andere supersnelle liedjes proberen ze te bewijzen dat ze het wel kunnen.

Door regressietherapie weten ze dat ze duizend jaar geleden al vrienden van elkaar waren; ze waren troubadours. Lubach trouwde toen de dochter van de koning en ging in zijn kasteel wonen. Kamps kwam bij hen wonen, maar dan in de vieze kelder. Tijdens de voorstelling heeft Lubach altijd een pauze nodig. Dit geeft Kamps de gelegenheid om hun succesverhaal te vertellen. De projectiebeelden die op de achtergrond zijn verhaal begeleiden tonen echter pijnlijk komisch het tegendeel.


Het Monica Da Silva Trio is humor van mannen onder elkaar. Het gaat weliswaar niet over voetbal, maar wel over vriendschap, het artiestenleven en meisjes versieren. Er is veel zelfspot maar niet zo veel dat het gênant wordt. De grappen volgen elkaar snel op, waarbij serieuze opzetjes soms genadeloos worden afgekapt met bijtende teksten. Lubach heeft voor het satirische tv-programma Koefnoen afgelopen jaar de Rapservice gemaakt waarin actuele thema’s in een collage van beelden en rapmuziek werden behandeld. Daarnaast had het droogkomische duo veel succes op het reizende theaterfestival De Parade in 2009 met hun rapnummer: ‘Philip Freriks ik ben je Bitch niet’. In hun avondvullende programma zitten ook rapliedjes; sommige met een Surinaams accent om het alsnog gangsta-rap te laten klinken.

Het is herkenbare Koefnoenhumor en muzikaal gezien is het knap gedaan, al mocht er van mij wel eens aan de rem getrokken worden in deze rappe treinreis van grappen. Typisch een mannending is het uitweiden over Super Mario, die eerst de redder van een prinses was en toen opeens een kartracer. Komisch, maar voor velen onbegrijpelijk. Dit zijn grappen die af en toe een tikkeltje absurdistisch zijn om cliché-humor tegen te gaan. Hilarisch is als het publiek bij hun acts betrokken wordt. Een topact is als ze gebruik maken van een soundmachine en met reacties uit het publiek gaan improviseren. Het idee is niet nieuw maar wordt zeker origineel gebracht.

Monica Da Silvio Trio met Arjen Lubach en Tim Kamps. Bijgewoond 25 maart 2011, Theater Achterom, Hilversum. www.monicadasilvatrio.nl

Artikel eerder verschenen in de Gooi-en Eemlander

Theatraal actief deelnemen in Pampus, de verborgen ruimtes

Fotobron: pampus.nl
In de gangen en ruimtes van Fort Pampus kun je tot 24 mei 2009 de theatervoorstelling: ‘Pampus, de verborgen ruimtes’ volgen. Dit is een beeldende theaterproductie gemaakt door beeldend kunstenaar Ger van Oort, theatermaker Trudie Lute, en schrijfster Claudia Jong.

Hoewel Fort Pampus 40.000 bezoekers per jaar krijgt en op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat krijgt Stichting Pampus geen subsidie. Om het fort financieel draaiende te houden bedenkt de stichting allerlei evenementen. Met ‘Pampus, de verborgen ruimtes’ probeert zij ook theaterpubliek aan te trekken.

Op advies met slecht weer kledij aangetrokken: in een dikke regenjas, sjaal om en op stevige schoenen ga je, soms met flinke tegenwind en golfslag, met een veerbootje van Muiderslot naar Pampus. Ben je lichamelijk voorbeeldig voorbereid op deze overtocht van twintig minuten naar de ruimtes met vochtige muren en lekkende plafonds, geestelijk ben je minder bedacht. Want wat moet je denken bij promoteksten als: ‘een dooltocht naar het verborgene’ en ‘welke geheimen deel je met elkaar en wat hou je koste wat kost voor jezelf’. Het roept veel vragen op en creëert gespannen verwachtingen.

Aangekomen op Fort Pampus word je aan de hand van de kleur van je armband die je al hebt gekregen bij de kassa ingedeeld in groepjes. Een strenge gids neemt je mee naar een plek onderin het fort om zijn levensverhaal gevuld met dramatische jeugdtraumathematiek met je te delen. Je wisselt dan van rondleider en ook hij of zij laat je deelnemen in zijn of haar geheim. Soms wordt dat verteld in een kale ruimte, maar meestal in een ruimte met installaties, lichtsculpturen, beeldprojectie en geluidsbronnen. Het zijn persoonlijke voorwerpen die door Ger van Oort in nauwe samenwerking met regisseur Trudie Lute, ingenieus en beeldend in elkaar gezet zijn.

Loop je langs een andere groep dan kun je opdrachten horen die net een kwartier eerder tegen jouw zijn gezegd. Toch krijgt ieder groepje bij een ander gids andere monologen te horen. De verhaallijnen en thema’s zijn hetzelfde maar niet de teksten.

Door het lopen, of het verplichte zitten, of in een rij te moeten staan maken je interactief deel van het levenswerk van de rondleider. Eén theatraal attribuut is extra te belichten waard en dat is de wijze waarop hier theatraal buizenpost wordt gebruikt. Fort Pampus had vroeger een transportsysteem waarbij kleine goederen in capsules met luchtdruk door buizen werden verstuurd. Het blijft geheim hoe de theatermakers dit verplaatssysteem gebruiken, maar in deze voorstelling kun je ook jouw geheim op een briefje versturen en daarna anoniem delen met anderen. ‘Pampus, de verborgen ruimtes’ nodigt je letterlijk uit om actief deel te nemen om die ruimtes te gaan bekijken, mee te voelen met de verhalen van de personages, maar misschien ook een beetje psychotherapeutisch te ontladen.

Na afloop moet je wachten tot dat je met z’n allen met de boot kunt vertrekken. De wachttijd kun je gebruiken om nog wat te drinken in de kantine of een geheim van iemand voor weinig geld te kopen. Als je wilt is er mogelijkheid met de cast om nog na te praten.

Pampus ziet er aan de buitenkant prachtig uit, maar binnen moet je niet verwachten dat je op mooi geplaveide gerestaureerde tegels gaat lopen. Goede schoenen en stevige enkelbanden zijn dus gewenst, het achterna lopen van de ‘gidsen’ gebeurt in een vlot tempo en als je nachtblind bent moet je zelf een zaklamp meenemen.

Eerder gepubliceerd op 13 mei 2009 in de Gooi- en Eemlander.

Dynamische 'U bent mijn moeder' bij Suburbia

Foto: Claudia Kamergordski.
Begin jaren tachtig werkte acteur Joop admiraal (1937-2006) bij het Werktheater terwijl zijn dementerende moeder in een verpleegtehuis verbleef. Over haar verblijf en wekelijkse bezoeken op zondag maakte hij de voorstelling: ‘U bent mijn moeder’. Hij speelde zijn moeder en tegelijkertijd zichzelf. Zelden was er zo’n persoonlijke en ontroerende voorstelling op toneel verschenen. Het werd een groot succes.

De toneelregistratie op tv kan ik me nog goed herinneren. Al omkledend met een krakkemikkige stem en bevende handen veranderde een tanige man in zijn moeder in een oude damesjas met een muts. Een vrouw met stemmingswisselingen die constant het gevoel voor tijd en realiteit kwijt was. In het buitenland werd deze voorstelling nadien vaak uitgevoerd maar in Nederland durfde geen enkel toneelgezelschap het aan, alsof er een taboe op lag. Alsof je zo’n persoonlijk portret niet kon evenaren.

Nu in Nederland wordt hij weer uitgevoerd bij Theatergroep Suburbia met Marie-Christine de Both in een dochterrol. Zonder te vergelijken met Admiraals uitvoering zie je een dynamische en prachtige voorstelling over een moeder die in het middelpunt staat. Het moeilijkste aan deze solovoorstelling is het schakelen tussen de twee rollen. De Both doet dit helder en intens al zijn er enkele momenten dat het schakelen iets te snel gaat en het spel minder fysiek moet.

Het lichte decor met zijn glazen kasten met oude keukenbussen van vroeger en mooie boetiek-kleding zijn museaal en geven de vergankelijkheid aan. Wat demente bejaarden zoal doen reageert ze als een klein kind. Zonder gene gaat ze in op haar werkelijkheid van dat moment en stelt vragen op de man af.

Mooi, aandoenlijk en komisch is er een scene waarin ze op een chocolaatje zuigt. Ze raakt haar borsten aan en vindt dat zuigen op een chocolaatje haar doet denken toen ze zelf de borst gaf. Even later: waarom heeft mijn dochter geen kinderen? Met onrust in haar stem heeft ze het over de dood; ze lijkt er naar te verlangen . Telkens herhaalt ze: “Tante Sienna nam pillen” en Marie- Christine zegt: “Maar ze had ook veel pijn.” Dat doodsverlangen wordt versterkt en theatraal uitgebouwd als ze het lied ‘Droomland’ hoort, gezongen door Heintje. Van ontroering doet je huid samentrekken.


‘U bent mijn moeder’ tekst J. Admiraal door Theatergroep Suburbia. Spel: Marie-Christine de Both. Regie: Albert Lubbers. Bijgewoond: 5 maart 2011, première, De Voetnoot Almere. www.theatergroepsuburbia.nl