Nederlands Kamerkoor goed geprogrammeerd met werk van Brahms

Foto: Nederlands Kamerkoor.nl
Componist Johannes Brahms was van vanaf zijn puberteit al een verwoed verzamelaar van literaire werken en bladmuziek. Tot de favorieten in zijn omvangrijke bibliotheek behoorden werken van J. S. Bach, P. L. da Palestrina en G. Gabrieli. Hij bestudeerde hun composities nauwkeurig om deze later met zijn eigen kamerkoor met veel ijver uit te voeren. Het Nederlands Kamerkoor, onder leiding van nieuwe chef-dirigent Risto Joost uit Estland, heeft een programma samengesteld met componisten uit de bibliotheek van Brahms. Hierin zit werk van hemzelf maar ook composities gemaakt in de tijd van de Renaissance. Kenmerkend aan deze muziek is de polyfonie, de meerstemmigheid, bijvoorbeeld in de vorm van een canon.

De aftrap van dit nieuwe programma vond afgelopen zaterdag plaats in de Grote Kerk in Naarden. Er waren veel lege stoelen, maar er waren toch behoorlijk wat fans van het koor en liefhebbers van koormuziek. Gelukkig maar, want dit magnifieke koor zingt gewoon prachtig: verstaanbaar, spatzuiver, puntige dictie en ga zo maar door. Joost dirigeert theatraal met veel expressie. Het laat de verschillende stemmen veelal heel licht en soepel samenvloeien. Maar veelal is niet altijd. In het meest bekende werk ‘Insbruck, ich muss dich lassen’ van Heinrich Isaac, beschrijft de componist zijn verdriet toen hij de stad moest verlaten. Het klonk mooi in één melodieklank, maar het kwam wat koel over.

Sommige nieuwe werken van het programma moeten nog wat meer body krijgen. Goed geprogrammeerd zijn de romantische koorwerken van Brahms voor en na de pauze. Zoals bijvoorbeeld toen Moeder Maria devoot werd geëerd in ‘Marienlieder’ en alle zintuigen tintelend werden beschreven in ‘Fünf Gesänge’. ‘Letztes Glück’ kreeg een fraaie echowerking aan het eind. Meeslepend en in evenwicht, met applaus als beloning, was het werk ‘Im Herbst’. De juiste accenten zaten op de juiste plaats. Het NKK besloot met ‘Warum ist das Licht gegeben’. Het woord ‘Warum’ wordt in dit werk met een groot verschil in klanksterkte gezongen: de ene keer fortissimo en de andere keer pianissimo. Hier maakten de ijselijke stiltes het buitengewoon spannend. Als toegift ‘Abendlied’ van Josef Rheinberger. De tekst van Matthias Claudius is één van de bekendste volksgedichten uit de Duitse literatuur. De stemmen kwamen allemaal volumineus aan bod. Een lied voor het slapengaan dat in perfectie werd gezongen.


Uit de Bibliotheek van Brahms. Nederlands kamerkoor o.l.v. Risto Joost. Bijgewoond: 12 februari, Grote Kerk, Naarden. Tot 19 februari op tournee. www.nederlandskamerkoor.nl

Eerder gepubliceerd in de Gooi- en Eemlander 14 februari 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten