Non-stop soloprogramma Liza Ferschtman bij Kunst aan de dijk

Liza Ferschtman Foto: Marco Borggreve
Voor liefhebbers van klassieke muziek behoeft de Nederlandse violiste Liza Ferschtman weinig introductie. Ze wordt geroemd om haar gepassioneerde vioolspel, haar bijzondere podiumuitstraling en bovendien is zij wars van sterallures. In 2006 kreeg ze de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste onderscheiding voor Nederlandse musici. Met befaamde orkesten in binnen- en buitenland heeft ze al opgetreden en het Concertgebouw lijkt haar thuishonk te zijn. Met een soloprogramma met werk van Biber, Bartok, Berio en Bach treedt ze aanstaande donderdag op in Kortenhoef voor Stichting Kunst aan de dijk. Ondergetekende had een kort interview met haar.

Treedt u vaak op met een soloprogramma? Ferschtman: “ Ik doe het al jaren met een zekere regelmaat, maar niet vaker dan één serie per jaar. De meeste concerten zijn met een orkest of in kamermuziekverband. Het is toch een bepaald soort eenzaamheid die je opzoekt. Het is intensiever om te doen omdat het repertoire technisch zwaarder is . Je bent non-stop twee uur aan het spelen. Bij een pianoduo heb je nog wel eens een paar maten vrij. Voor het publiek is zo’n soloprogramma een uitdagend gebeuren. Je krijgt de echte liefhebbers die weten wat ze te wachten staat of mensen die ook wat aandurven en niet lui achterover willen gaan zitten luisteren. Het publiek is altijd verrast. Ook hoe je het volhoudt en hoe het publiek reageert. Je hebt gevoel dat je samen een concert hebt gemaakt en niet ergens achteraf je dingetje hebt staan doen. “

Waarom heeft u gekozen voor de combinatie oude en moderne componisten?
“Ze zijn allemaal op een bepaalde manier met elkaar verbonden. Ik begin met ‘de Passacaglia’ van Biber. De passacaglia zie je als chaconne ook terug bij Bach, qua vorm zijn ze aan elkaar gerelateerd als variaties op een bepaalde bas. Alle componisten die na Bach zijn gekomen, hebben Bach als uitgangspunt genomen voor hun solowerken. Bijvoorbeeld door meerstemmigheid te creëren voor een eenstemmig instrument. Bartok heeft zijn sonates gemodelleerd naar de sonates van Bach. Bartoks eerste deel is niet echt een chaconne, maar heeft wel het tempo van een chaconne. Het heeft geen variaties op een baslijn zoals een chaconne echt hoort te zijn. Hij gebruikt ook een fuga die bij Bach gebruikelijk was. Berio was geïnspireerd door het concept van de chaconne. Bij hem zijn het eigenlijk continu variaties maar dan op twee noten. Het is een hecht stuk en Berio heeft het uiterste van het instrument opgezocht. Hij gaat op zoek naar virtuositeit in de context van hele krachtige muziek.”

U heeft een heel breed repertoire wat speelt u het liefst? “ Ik speel het liefst mijn lievelingscomponist Beethoven; hij staat ver boven alles. Voor zijn ‘Vioolconcert’ daar kun je me bij wijze van spreken elke nacht voor wakker maken. Ook werken van Schubert staan hoog op mijn lijstje. En muziek van begin twintigste eeuw tot 1940, heeft erg bijzonder muziek opgeleverd.”

Vorig jaar heeft u een cd opgenomen met werken van Beethoven. Welke interpretatie heeft u hieraan gegeven? “Je kunt alleen maar uitgaan van jouw liefde van de muziek. Goede muziek verveelt nooit. En als je op zoek gaat naar wat jouw waarheid is in die muziek en zo goed mogelijk de componist weet te volgen, dan voeg je altijd iets toe met je eigen interpretatie. Voor de eeuwigheid is een cd-opname nooit. Over een half jaar speel je het weer anders en liefst wil je het dan opnieuw opnemen. Cd-maken is toch iets geks: je legt je interpretatie vast en je bent je bewust van de tijdelijkheid. Het is meer een proces: ik doe het nu zo,maar straks is het anders.”

Soloprogramma violiste Liza Ferschtman. Met werken van: Bach, Bartok, Biber en Berio. 3 februari, Het Oude Kerkje in Kortenhoef. www.kunstaandedijk.nl


Eerder gepubliceerd in de Gooi- en Eemlander op 29 januari 2011




Geen opmerkingen:

Een reactie posten