![]() |
Francis Kwartet |
Mist en kou waren woensdagavond geen uitnodiging om nog naar
buiten te gaan, maar het Franciscus Kwartet in het Muiderslot speelde
hartverwarmende werken waarvoor liefhebbers graag het winterweer trotseerden.
Op het programma stonden vier kwartetten van twee vriendenkoppels: Felix
Mendelssohn Bartholdy en Robert Schumann, en Luis Gianneo en Astor Piazolla.
Cellist Sebastiaan van Eck vertelde geanimeerd over de muziekstukken en de
componisten. Mendelssohn was een muzikaal wonderkind dat zijn liefde voor het
werk van Johann Sebastian Bach en Ludwig
van Beethoven niet onder de pianokruk stopte. Integendeel, hij speelde al hun
werk uit het hoofd en logischerwijs werd hij door hen enorm beïnvloed.
Het Franciscus Kwartet speelde ook als twee stellen die al jaren vertrouwd met elkaar zijn. In het eerste deel van ‘Strijkkwartet nr.2 in a kl.’ lieten ze elkaar soepel vrij in de overloop van adagio naar het allegro, en hecht en ondersteunend waren ze in het emotionele tweede deel. Hier kwam Beethoven binnenstormen en wandelde langzaam aan de hand weg met een fugathema van Bach, hier wonderschoon gespeeld. Het intermezzo zorgde voor vrolijke friemelende kleine noten van de twee violen (Diana Morris en Pamela Kubik) en altviool (Frank Brakkee). Het laatste deel geeft een dreiging weer, een spanning die om rust vraagt. Morris, op eerste viool, liet ons deze onrust zonder vertragingen en met veel expressie in haar solopassages bekwaam horen.
Violiste Kubik heeft uit haar vaderland Argentinië het onbekende werk ‘Lamento Quichua’ van de componist Luis Gianneo meegebracht. Het is het tweede deel van de Tres Piezas Criollas. Dit stuk is kleurrijk gecomponeerd, maar eenvoudig van inhoud. Bondig geeft de cello als eerste het tempo aan, bijgevallen door de vioolpartij. Een nadrukkelijk thema waarin je de weemoed naar verhalen van vroeger proefde. Een woest tangoachtig deel uit ‘La muerte del Angel’ van Piazzolla sloot het eerste deel van de avond af. Wat een ongekende dynamiek! Met iets te scherpe nootjes van de eerste viool werd deze muzikale doodsstrijd door dit viertal verschroeiend vertolkt.
Het Franciscus Kwartet speelde ook als twee stellen die al jaren vertrouwd met elkaar zijn. In het eerste deel van ‘Strijkkwartet nr.2 in a kl.’ lieten ze elkaar soepel vrij in de overloop van adagio naar het allegro, en hecht en ondersteunend waren ze in het emotionele tweede deel. Hier kwam Beethoven binnenstormen en wandelde langzaam aan de hand weg met een fugathema van Bach, hier wonderschoon gespeeld. Het intermezzo zorgde voor vrolijke friemelende kleine noten van de twee violen (Diana Morris en Pamela Kubik) en altviool (Frank Brakkee). Het laatste deel geeft een dreiging weer, een spanning die om rust vraagt. Morris, op eerste viool, liet ons deze onrust zonder vertragingen en met veel expressie in haar solopassages bekwaam horen.
Violiste Kubik heeft uit haar vaderland Argentinië het onbekende werk ‘Lamento Quichua’ van de componist Luis Gianneo meegebracht. Het is het tweede deel van de Tres Piezas Criollas. Dit stuk is kleurrijk gecomponeerd, maar eenvoudig van inhoud. Bondig geeft de cello als eerste het tempo aan, bijgevallen door de vioolpartij. Een nadrukkelijk thema waarin je de weemoed naar verhalen van vroeger proefde. Een woest tangoachtig deel uit ‘La muerte del Angel’ van Piazzolla sloot het eerste deel van de avond af. Wat een ongekende dynamiek! Met iets te scherpe nootjes van de eerste viool werd deze muzikale doodsstrijd door dit viertal verschroeiend vertolkt.
Van Eck vindt dat Schumann niet genoeg gewaardeerd wordt en dat zou liggen aan de wijze waarop zijn instrumentale werken gespeeld zouden worden. Daarmee legde hij de lat behoorlijk hoog. Schumanns ‘Strijkkwartet nr.
Muiderslot Strijkkwartetconcert gespeeld door het Franciscus
Kwartet:
Diana Morris en Pamela Kubik (viool) Frank Brakkee
(altviool), en Sebastiaan van Eck (cello)
Met strijkkwartet werken van F. Mendelssohn Bartholdy, L.
Gianneo, A. Piazzolla, en R. Schumann.
Woensdagavond 13 februari
Geen opmerkingen:
Een reactie posten