![]() |
Foto: Marco Borggreve |
Het is een vertrouwd gezicht zo rond Pasen in Naarden: lange
rijen van Matthäus Passion liefhebbers die de Grote kerk binnenschuifelen. Afgelopen
vrijdagavond was het zover: dit keer
stond het concert van de Nederlandse Bachvereniging onder leiding van gastdirigent
Richard Egarr. Voor een normale kerkdienst loopt deze oude kerk niet meer vol,
maar als het om Bachs meesterwerk gaat, wil iedereen erbij horen. In het
programmaboekje laat Egarr zich kritisch uit over dit fenomeen. Mensen reageren
niet meer op de Matthäus Passion als een actieve religieuze beleving vindt hij,
maar eerder in een: “ passieve pseudo-religieuze chill-out reactie”. Onze
samenleving verandert en ook Egarr werkt daar muzikaal aan mee door als eerste de
Matthäus uit te voeren in een vroege versie van 1727 en niet de gebruikelijke gereviseerde
versie uit 1736. Deze authentieke versie heeft minder versieringen in de
melodische lijnen, er worden andere instrumenten gebruikt in de basso continuo,
er ontbreken enkele gedeeltes die later pas zijn toegevoegd, en soms worden solopartijen
gezongen door andere stemmen.
Wat meteen opvalt bij Egarrs Matthäus, is dat hij vanachter
het klavecimbel al dirigerend en spelend, een intieme sfeer probeert te creëren.
Het geheel is fris en licht van toon, niet uitgesproken indringend, maar ook
niet minder mooi. Niet alles was luchtig van toon, want solisten als de tenor
Gerd Türk ( Evangelist)wisten de luisteraar toch indringend mee te slepen in het
dramatische verhaal. Zijn stem blijft vast en loepzuiver. Minder ingetogen werd
de rol van Jezus verklankt door de bas Bas Ramselaar. Hij zong hyperexpressief
en gemaniëreerd. Terughoudendheid viel te beluisteren bij de bekende sopraan
Maria Chistina Kiehr. Haar flinterdunne en zuivere aria’s waren zacht maar
hielden stand bij het ongewone basso continuo.
Egarr koos voor een groot dubbelkoor en orkest; dit in
tegenstelling tot de afgeslankte Matthäus van dirigent Jos van Veldhoven. Je
zou verwachten dat Egarr alle koor- en orkestleden volop zou gebruiken, maar
dit gebeurde alleen in de grote koorwerken. Er was een onevenredige verdeling:
enkele koorleden, vooral uit het tweede linker koor, mochten een personage vertolken.
Een prima opzet trouwens, omdat daardoor een groter muzikaal en theatraal
effect werd verkregen. In de laatste delen bespeelde Egarr minder het
klavecimbel, de uitvoering werd rustiger en had hij meer ruimte om koor en
orkest te leiden. Alt Wilke te Brummelstroete leek daardoor de schrijnende aria ‘Erbarme dich’ extra meeslepende te kunnen zingen. Het meest verrassend in
deze ‘losse’ Matthäus was in de basaria ‘Komm, süsses Kreuz’ met Giles
Underwood met begeleiding van theorbe (luit)
en orgel. Underwoods basgeluid klonk warm, melodieus, en dwong de luisteraar
tot devotie.
Matthäus
Passion van Johan Sebastian Bach. Uitvoerenden: De Nederlandse
Bachvereniging o.l.v. Richard Egarr. Solisten: Gerd Türk (evangelist), Bas
Ramselaar (Christus). Maria Cristina Kierh (sopraan), Wilke te Brummelstroete
(alt), Andrew Tortise (tenor), en Giles Underwood (bas). Vrijdagavond Grote
Kerk te Naarden. Volgende uitvoeringen: 3 april Utrecht, 4 t/m 7 april te
Naarden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten