Grote verbeeldingskracht van Tania Kross

Foto: Dick Nicolai
Je stapte net over de drempel van het Hervormde kerkje in Tienhoven of je kreeg een schaal met dropjes onder je neus geduwd met de boodschap: “Eentje tegen de hoest en ééntje om tijdens het concert te snoepen!” Want er mocht zeker niet gehoest worden tijdens dit slotconcert van Stichting Concert Tienhoven met niet minder dan mezzosopraan Tania Kross.

Toen Angela Gheorghiu niet op kwam dagen tijdens het Edison Gala in 2005 nam Kross het van haar over. Meteen wist zij met haar extraverte uitstraling en diep warme stem het publiek aan haar te binden, met als waardering in 2006 de Edison Klassiek Publieksprijs. Hoewel het publiek in het bomvolle kerkje nog zat na te kauwen, was de grootste traktatie toch Tania Kross die met haar begeleider pianist Ernst Munneke een gevarieerd programma met liederen bracht.

Kross is een rising star in de operawereld. Dat heeft ze vooral te danken aan haar présence, haar warme timbre, en de originele wijze hoe zij de muziek interpreteert. Vrijdagavond begon ze met drie liederen van Johannes Brahms waarin het thema verlangen naar een geliefde centraal staat. Duidelijke Duitse dictie ontbrak enigszins, maar Kross compenseerde dit met haar theatrale capaciteiten die onmiddellijk boeiden. De liederen uit 'Italienisches Liederbuch' van Hugo Wolf, omschreven als kleine muzikale liefdesinspanningen tussen man en vrouw, werden hier door Kross en Munneke cabaretesk neergezet. In ‘Mein Liebster singt am Haus in Mondenschein’ speelt Munneke de stuntel en Kross de geërgerde geliefde. Met enorm veel plezier en verbeeldingskracht werd dit in toon en perfecte timing neergezet.

Toch ligt het Engels, zoals in 'Peter Pan' van Leonard Bernstein, dichter bij haar persoon. Ook al dreigde ze soms de woorden wat minder met volume te zingen, het klonk naturel en weergaloos poëtisch. Na een korte stop werd het achttiende-eeuws kerkje gevuld met Spaanse klanken uit Siete Canciones populares van Manuel De Falla. Met Munneke iets te geroutineerd op de piano, werden deze liederen liefdevol verbeeld.

Van blad zong Kross Venetiaanse liederen van Gioacchino Rossini. Het temperde haar expressie en energie niet. De prikkelende coloraturen bravoure stukjes voor de stem, zong ze met volle kracht en virtuositeit. Voordat Kross afsloot met twee Antilliaanse liederen van componist Randal Corsen, vertelde ze dat ze zich inspande om het Antilliaanse lied te behouden door onder meer een opera te produceren. Charmant, in haar eigen moedertaal, zong ze meeslepend een lied over Chuchubi, een zangvogel uit Curaçao. Als toegift zong ze als laatste een zoet slaapliedje, maar het was daarvoor: de aria ‘Habanera’ uit de opera Carmen van Bizet, die je nagenietend huiswaarts deed keren.


Slotconcert Stichting Tienhoven in Maarssen, Hervormde kerkMet: Tania Kross (mezzosopraan) en Ernst Munneke (piano)Liederen van J. Brahms, H. Wolf, K. Weill, L. Bernstein, M. de Falla, G. Rossini en. R. Corsen

Eerder gepubliceerd in de Gooi- en Eemlander van 14 mei 2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten