![]() |
Calefax Riet kwintet Foto: Mani Moreton |
Puristen zullen fronzen als ze lezen dat het rietkwintet
Calefax met hun gearrangeerde klassieke muziek 'een ensemble is met
popmentaliteit'. En schrikken als zij moeten luisteren naar drie gedegen
pianowerken van Russische componisten die bewerkt zijn voor blazers. Maar
niemand van het publiek ontvluchtte zaterdagavond onthutst de Morgensterkerk
toen Calefax als eerste de ‘Ouverture Notenkrakersuite’ van Peter Tsjaikovsky
speelde. De virtuositeit van haastige trippelende balletnootjes, die we kennen uit de originele versie, bond je aan je
stoel vast. Dit herenensemble straalt een groot zelfvertrouwen uit. Hun jarenlange
samenwerking staat garant voor prachtig intuïtief samenspelen.
Balletmuziek die ingedikt werd van symfonieorkest naar vijf blazers bleef uiterst herkenbaar, maar hoe klinkt het als je kleine pianominiatuurtjes 'opblaast' tot kwintet? Sergej Prokofievs 'Visions Fugitives' is gebaseerd op een gedicht van Konstantin Balmont. Het gaat over een wereld met een wisselend spel van regenbogen. In het eerste deel Lentamente hoorde je hoe Jelte Althuis donkere klanken uit zijn basklarinet wist te halen. Maar ook in een langzamer deel produceerde hij met pompende blaasnoten een ijzersterk tempo. Tussendoor wandelde de hobo, uiterst vaardig bespeeld door Oliver Boekhoorn, met een Franse melodieuze zwier. Hij vertelde zijn verhaal soms pregnant, soms op de achtergrond. Kleurrijk en divers kon je zo'n arrangement wel noemen, maar af en toe was het behoorlijk dichtgetimmerd. Er was geen ruimte voor luchtigheid, maar dikwijls gehaast en scherp van toon.
Dan liever Alexander Skrjabins 'Etudes'. Geïnspireerd door Chopins Etudes schreef Skrjabin deze in een tamelijk formele laatromantische stijl. Calefax hield zich hier ook aan. En de dragende muziek omarmde je. Wakker geschud door kwetterend blaasspel van Raaf Hekkema op sopraansax en Ivan Berix op klarinet belandden we in een prachtige samenspel. Een minutenlang afscheid van weglopende en terugkomende blaasriedels waarbij je de verdeling van linker- en rechterhandpianopartij hoorbaar herkende.
Met wederom een onderhoudend praatje van fagottist Alban Wesly nam Calefax alvast afscheid van de bomvolle zaal. Want in de 'Preludes en Fuga's opus 87 van Dmitri Sjostakowitsj mochten geen pauzes vallen. Van origine schreef Sjostakowitsj dit als eerbetoon aan het werk van Johann Sebastian Bach. Pas in een herkenbare fuga hoor je het hypnotiserende themaverloop dat we kennen van Bach, maar tegelijkertijd was Sjostakowitsj' weemoedigheid duidelijk waarneembaar. Geheel geplaatst in een moderne setting, misschien wel postmodern. Allerlei muzikale citaten trokken aan je voorbij. Hoorde je betoverende oosterse slangenbezweerder muziek, even later klonken krachtige korte stotende blaastonen die je deed denken aan een militaire parade. Calefaxs adaptatie van dit werk is bekwaam, wat onromantisch wellicht en eerder hyperrealistisch, maar imponerend. Na een duizelingwekkend gevecht der blaasinstrumenten stopte de strijd.
Balletmuziek die ingedikt werd van symfonieorkest naar vijf blazers bleef uiterst herkenbaar, maar hoe klinkt het als je kleine pianominiatuurtjes 'opblaast' tot kwintet? Sergej Prokofievs 'Visions Fugitives' is gebaseerd op een gedicht van Konstantin Balmont. Het gaat over een wereld met een wisselend spel van regenbogen. In het eerste deel Lentamente hoorde je hoe Jelte Althuis donkere klanken uit zijn basklarinet wist te halen. Maar ook in een langzamer deel produceerde hij met pompende blaasnoten een ijzersterk tempo. Tussendoor wandelde de hobo, uiterst vaardig bespeeld door Oliver Boekhoorn, met een Franse melodieuze zwier. Hij vertelde zijn verhaal soms pregnant, soms op de achtergrond. Kleurrijk en divers kon je zo'n arrangement wel noemen, maar af en toe was het behoorlijk dichtgetimmerd. Er was geen ruimte voor luchtigheid, maar dikwijls gehaast en scherp van toon.
Dan liever Alexander Skrjabins 'Etudes'. Geïnspireerd door Chopins Etudes schreef Skrjabin deze in een tamelijk formele laatromantische stijl. Calefax hield zich hier ook aan. En de dragende muziek omarmde je. Wakker geschud door kwetterend blaasspel van Raaf Hekkema op sopraansax en Ivan Berix op klarinet belandden we in een prachtige samenspel. Een minutenlang afscheid van weglopende en terugkomende blaasriedels waarbij je de verdeling van linker- en rechterhandpianopartij hoorbaar herkende.
Met wederom een onderhoudend praatje van fagottist Alban Wesly nam Calefax alvast afscheid van de bomvolle zaal. Want in de 'Preludes en Fuga's opus 87 van Dmitri Sjostakowitsj mochten geen pauzes vallen. Van origine schreef Sjostakowitsj dit als eerbetoon aan het werk van Johann Sebastian Bach. Pas in een herkenbare fuga hoor je het hypnotiserende themaverloop dat we kennen van Bach, maar tegelijkertijd was Sjostakowitsj' weemoedigheid duidelijk waarneembaar. Geheel geplaatst in een moderne setting, misschien wel postmodern. Allerlei muzikale citaten trokken aan je voorbij. Hoorde je betoverende oosterse slangenbezweerder muziek, even later klonken krachtige korte stotende blaastonen die je deed denken aan een militaire parade. Calefaxs adaptatie van dit werk is bekwaam, wat onromantisch wellicht en eerder hyperrealistisch, maar imponerend. Na een duizelingwekkend gevecht der blaasinstrumenten stopte de strijd.
Seinconcert Morgensterkerk in Hilversum
Calefax rietkwintet met Oliver Boekhoorn (hobo), Ivar Berix
(klarinet), Raaf Hekkema (saxofoon), Jelte Althuis (basklarinet), en Alban
Wesly (fagot). Met gearrangeerd werk van P. Tsjaikovsky, S. Prokofievs, A.
Skrjabin, en D. Sjostakowitsj. Vrijdagavond 25 januari.
Eerder gepubliceerd in de Gooi- en Eemlander op 28 januari 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten